Meten en meet kunde kleuters | Afpassen: |
De kinderen worden in de kleuterklas nog niet in contact gebracht met gestandaardiseerde maten.
Op allerlei andere manieren worden ze in aanraking gebracht met maten die ze zelf bedenken. Anders gezegd: Het werken met maateenheden, het afpassend meten wordt gehanteerd; het werken met meetinstrumenten, het aflezend meten begint pas in de onderbouw en wel in de derde klas. Vele voorbeelden hiervan zijn er in de kleuterklas te vinden. Deze ontstaan in het moment en de kleuterleidster neemt waar hoe de kinderen daarmee omgaan. De inhoud wordt niet in een lesvorm gegoten.
1. Lengte. Het meten van planken. Tijdens het bouwen zoeken kinderen naar planken die passen, die even groot zijn. Ze sorteren blokken die even groot zijn zodat ze een muurtje van gelijke hoogte kunnen maken. Het weefdraad wordt afgemeten aan de tafel. Het afmeten met passen enz.
2. De tijd. Hier kunnen pictogrammen een indeling in de tijd aangeven. Bijvoorbeeld een pictogram van een penseel dat aangeeft dat er vandaag geschilderd wordt na het buitenspelen. Op deze manier wordt er ook visueel een ordening in de tijd aangebracht.
3. Inhoud: De kinderen helpen bij het bakken van het brood en weten precies hoeveel kopjes meel er nodig zijn. Natuurlijk ook hoeveel kopjes water.
De oudste kleuters mogen helpen bij het afwegen van het gist…..een nauwkeurig karweitje. Juf heeft daar een rood streepje gezet. Ook het verdelen van het sap. Voor de hele klas zijn er twee kannen nodig. Ook hier mogen de oudsten het diksap aanlengen.